Artikelen het koninkrijk Pruisen

Het koninkrijk Pruisen (Duits: Königreich Preußen) was een Duits koninkrijk dat de staat Pruisen vormde tussen 1701 en 1918. Het was de drijvende kracht achter de eenwording van Duitsland in 1871 en was de leidende staat van het Duitse Rijk tot de ontbinding ervan in 1918. Hoewel het zijn naam ontleende aan de regio Pruisen, was het gevestigd in het markgraafschap Brandenburg, waar de hoofdstad Berlijn was. De koningen van Pruisen waren afkomstig uit het Huis Hohenzollern. Pruisen was een grootmacht vanaf het moment dat het een koninkrijk werd, via zijn voorganger, Brandenburg-Pruisen, dat een militaire macht werd onder Frederik Willem, bekend als "De Grote Keurvorst". Pruisen zette zijn opkomst aan de macht voort onder leiding van Frederik II, beter bekend als Frederik de Grote, die de derde zoon was van Frederik Willem I.[8] Frederik de Grote speelde een belangrijke rol bij het starten van de Zevenjarige Oorlog, door zich staande te houden tegen Oostenrijk, Rusland, Frankrijk en Zweden en de rol van Pruisen in de Duitse staten te vestigen, en het land te vestigen als een Europese grootmacht. Nadat de macht van Pruisen werd onthuld, werd het beschouwd als een belangrijke macht onder de Duitse staten. Gedurende de volgende honderd jaar won Pruisen vele veldslagen en vele oorlogen. Vanwege zijn macht probeerde Pruisen voortdurend alle Duitse staten (met uitzondering van de Duitse kantons in Zwitserland) onder zijn heerschappij te verenigen, en of Oostenrijk zou worden opgenomen in zo'n verenigd Duits domein was een voortdurende vraag. Nadat de Napoleontische oorlogen leidden tot de oprichting van de Duitse Bond, veroorzaakte de kwestie van het verenigen van de Duitse staten een aantal revoluties in de Duitse staten, waarbij alle staten hun eigen grondwet wilden hebben. Pogingen om een federatie te creëren bleven onsuccesvol en de Duitse Bond stortte in 1866 in toen er oorlog ontstond tussen de twee machtigste lidstaten, Pruisen en Oostenrijk. De Noord-Duitse Confederatie, die duurde van 1867 tot 1871, creëerde een nauwere unie tussen de Pruisische staten, terwijl Oostenrijk en het grootste deel van Zuid-Duitsland onafhankelijk bleven. De Noord-Duitse Confederatie werd na de Oostenrijks-Pruisische Oorlog meer gezien als een alliantie van militaire kracht, maar veel van haar wetten werden later gebruikt in het Duitse Rijk. Het Duitse Rijk duurde van 1871 tot 1918 met de succesvolle eenwording van alle Duitse staten onder Pruisische hegemonie; dit was te danken aan de nederlaag van Napoleon III in de Frans-Pruisische Oorlog van 1870-71. De oorlog verenigde alle Duitse staten tegen een gemeenschappelijke vijand, en met de overwinning kwam een overweldigende golf van nationalisme die de meningen van sommigen die tegen eenwording waren geweest, veranderde. In 1871 verenigde Duitsland zich tot één land, minus Oostenrijk en Zwitserland, met Pruisen als dominante macht. Pruisen wordt beschouwd als de wettelijke voorloper van het verenigde Duitse Rijk (1871-1945) en als zodanig een directe voorouder van de huidige Bondsrepubliek Duitsland. De formele afschaffing van Pruisen, uitgevoerd op 25 februari 1947 door het fiat van de Geallieerde Controleraad, verwees naar een vermeende traditie van het koninkrijk als een drager van militarisme en reactie, en maakte de weg vrij voor de huidige opzet van de Duitse staten. De Vrijstaat Pruisen (Freistaat Preußen), die volgde op de afschaffing van het Koninkrijk Pruisen in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog, was echter een belangrijke democratische kracht in Weimar-Duitsland tot de nationalistische staatsgreep van 1932, bekend als de Preußenschlag. Het koninkrijk liet een belangrijke culturele erfenis na, die vandaag de dag met name wordt gepromoot door de Stichting Pruisisch Cultureel Erfgoed (Stiftung Preußischer Kulturbesitz (SPK)), die een van de grootste culturele organisaties ter wereld is geworden. Lees meer

Externe links: Wikidata (Q27306), Wikipedia

Voorganger: staat Brandenburg-Pruisen

Opvolger: Duitsland (1871-1948)

• Thaler
• Vereinsthaler (1821-1873)
• Mark

Thaler

1 thaler = ³⁄₁₇ pistool = 24 groschen = 36 mariengroschen = 72 kreuzer = 96 gröschel = 288 pfennig • Na 1857: 1 thaler = 30 silbergroschen = 360 pfennig

1 Pfennig - Frederick I
1703
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,3 g • ⌀ 13 mm
KM# 29, Schön DM# 3, Schr# 313, N# 127867

1 Pfennig - Frederick I
1703
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,3 g • ⌀ 13 mm
KM# 30, Schön DM# 3, Schr# 314-315, N# 127868

1 Pfennig - Frederick I
1705
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 62,5/1000) • 0,59 g • ⌀ 12 mm
KM# 52, N# 310328

1 Pfennig - Frederick William I
1735-1736
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,5 g • ⌀ 13,5 mm
KM# 217, Schön DM# 81, Schr# 419-422, Neum# 25, N# 127804

1 Guter Pfennig - Frederick II
1741-1743
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,54 g • ⌀ 14 mm
Olding FR# 152, Kluge FrII# 204.2, KM# 227, Schr# 881, N# 89689

Denier - Frederick II
1746-1747
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 1,15 g • ⌀ 17 mm
Olding FR# 330, Kluge FrII# 317, KM# 927, Schön DM# 51, N# 55661

1 Pfennig - Frederick II
1751-1755
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 2,55 g • ⌀ 21 mm
Olding FR# 157, 176, KM# 262, Schön DM# 102, Neum# 245, Schr# 911-916, N# 34547

1 Pfennig - Frederick II
1768-1770
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,6 g • ⌀ 14 mm
Olding FR# 153, KM# 319, Schön DM# 136, Schr# 883-6, N# 127805

1 Pfennig - Frederick II
1771-1786
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 94/1000) • 0,6 g • ⌀ 14 mm
Olding FR# 154, KM# 326, Schön DM# 149, Neum# 514, Schr# 887-903, N# 25250

1 Pfennig - Frederick William II
1787-1797
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 52/1000) • 0,63 g • ⌀ 14,3 mm
KM# 350, Olding FR# 14, Schön DM# B158, Schr# 96-106, Neum# 9, N# 43811

1 Pfennig - Frederick William II
1788-1789
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 3,25 g • ⌀ 21 mm
KM# 353, Schön DM# A158, Olding FR# 15, Schr# 107-108, J# 1, N# 40408

1 Pfennig - Frederick William II
1790-1797
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 2,45 g • ⌀ 21 mm
KM# 353a, Schön DM# A158, Olding FR# 15, Schr# 109-116, J# 1, N# 98639

1 Pfennig - Frederick William II
1792-1796
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,20 g • ⌀ 11,8 mm
Old/Mue 1# 39; 43, Jaeg 9 Pr# 201, KM# 5, Schön DM# 149, Slg. Wilm# 1152, N# 294114

1 Pfennig - Frederick William II
1796-1797
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 111/1000) • 0,26 g • ⌀ 9 mm
Old/Mue 1# 44, Jaeg 9 Pr# 202, KM# 12, N# 183124

1 Pfennig - Frederick William III
1799-1803
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 111/1000) • 0,26 g • ⌀ 14,5 mm
AKS# 148, Old/Mue 2# 164, Jaeg 9 Pr# 202, KM# 17, Schön DM# 155, Slg. Wilm# 1156, N# 161323

1 Pfennig - Frederick William III
1799-1806
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 52/1000) • 0,63 g • ⌀ 15 mm
AKS# 39, Old/Mue 2# 129, Jaeg 9 Pr# 2, KM# 373, Schr# 85, N# 42974

1 Pfennig - Frederick William Ⅲ
1799-1806
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 2,45 g • ⌀ 20 mm
Old/Mue 2# 132, Jaeg 9 Pr# 1, KM# 372, Schr# 101, N# 130382

1 Pfennig - Frederick William III (Gold Pattern)
1804
Munten › Ontwerp
Goud 986/1000 • 0,91 g
Schlum# 654.1, KM# PnG13, N# 271081

1 Pfennig - Frederick William III
1810-1816
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 1,62 g • ⌀ 19,09 mm
AKS# 40, Old/Mue 2# 133, KM# 390, Kahnt/Schön# 1, N# 68014

¼ Stuber - Frederick II
1753-1755
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 2,1 g • ⌀ 23 mm
KM# 55, N# 38407

½ Kreuzer - Frederick William II
1788-1797
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 3,8 g • ⌀ 22,6 mm
Old/Mue 1# 20, KM# 1053, Schön DM# 80, Neum# 31, Schr# 160-165, N# 139444

½ Kreuzer - Frederick William III
1806
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • ⌀ 21 mm
AKS# 51, Jaeg 9 Pr# 9, KM# 1062, N# 60085

½ Groschen - Frederick William III
1811
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 2,6 g • ⌀ 21 mm
AKS# 43, Jaeg 9 Pr# 19, KM# A393, Schr# 255, N# 85416

2 Pfennigs - Frederick I
1703
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,44 g • ⌀ 13 mm
KM# 31, N# 310322

2 Pfennig - Frederick I
1703
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,22 g • ⌀ 15 mm
Olding FR# 58, KM# 32, N# 436241

2 Pfennigs - Frederick I
1705-1706
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,68 g • ⌀ 13 mm
KM# 53, N# 310327

½ Kreuzer - Frederick William II (Gold pattern strike)
1788
Munten › Ontwerp
Goud 900/1000 • 5,59 g • ⌀ 21,7 mm
N# 313392

2 Pfennige - Frederick William III
1810-1816
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 3,24 g • ⌀ 21,8 mm
AKS# 38, Old/Mue 2# 131, KM# 391, Neum# 22, Schr# 247-249, N# 76653

1 Gröschel - Frederick II
1769
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,69 g
Olding FR# 326, Kluge FrII# 314.1, KM# 1014, N# 315443

1 Gröschel - Frederick II
1769-1770
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,61 g
Olding FR# 327, Kluge FrII# 314.2, KM# 1014a, N# 315444

1 Gröschel - Frederick II
1771-1786
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,49 g • ⌀ 14,5 mm
Olding FR# 328, KM# 1014b, N# 196982

1 Gröschel - Frederick William II
1787-1797
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,45 g • ⌀ 15 mm
KM# 1050, C# 49, Schön DM# 81, N# 125286

3 Pfennigs - Frederick I
1703-1705
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,59 g • ⌀ 16 mm
KM# 33, Schön DM# 5, Schr# 290-300, N# 124582

3 Pfennigs - Frederick I
1703-1706
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,69 g • ⌀ 16 mm
KM# 34, Schön DM# 5, Schr# 301-305, N# 127871

3 Pfennige - Frederick William I
1735
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 187/1000) • 0,83 g • ⌀ 15,85 mm
KM# 218, Schön DM# 82, Schr# 413-418, Neum# 24, N# 128156

3 Pfennigs - Frederick II
1742
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 187/1000) • 0,83 g • ⌀ 16 mm
Olding FR# 149, KM# 236, Schön DM# 88, Schr# 856-8, N# 128158

3 Pfennigs - Frederick II
1752-1761
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 7,5 g • ⌀ 26,5 mm
KM# 267, Olding FR# 155, 175, 347a, Neum# 244, 319, Schr# 904-907, 909-910, 1746-1747, N# 65876

3 Pfennigs - Frederick II
1761-1762
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 4 g • ⌀ 25,25 mm
Olding FR# 347, KM# 290, Schön DM# 103, Schr# 1747, N# 106171

3 Pfennigs - Frederick II
1763
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 3,6 g • ⌀ 24,9 mm
Olding FR# 350, KM# A231, Neum# 319, Schr# 1751, N# 201233

3 Pfennigs - Frederick II
1764-1770
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 173/1000) • 0,78 g • ⌀ 15 mm
KM# 293, Schön DM# 137, Olding FR# 150, 174, Schr# 859-863, 877-878, N# 128161

3 Gute Pfennig - Frederick II
1772-1786
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,81 g • ⌀ 15,9 mm
KM# 328, Schön DM# A149, Olding FR# 151, Schr# 864-876, Neum# 513, N# 102505

3 Pfennige - Frederick William II
1787-1797
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,72 g • ⌀ 16 mm
KM# 351, N# 73715

3 Pfennige - Frederick William III
1799-1804
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,72 g • ⌀ 16 mm
Old/Mue 2# 127, Jaeg 9 Pr# 3a, KM# 374, Schr# 85, 86, N# 240642

3 Pfennige - Fredrick III
1804-1806
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,72 g • ⌀ 16 mm
AKS# 37, Old/Mue 2# 127, Jaeg 9 Pr# 3, KM# 384, N# 308957

4 Pfennigs - Frederick I
1703-1706
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 125/1000) • 0,9 g • ⌀ 16 mm
KM# 35-37, Schön DM# 6, Schr# 265-289, N# 128193

4 Pfennigs - Frederick I
1705-1706
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen (zilver 187,5/1000) • 1,02 g • ⌀ 16 mm
KM# 54, N# 310326

1 Gröschel - Frederick II
1752-1757
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 0,5 g • ⌀ 15 mm
Olding FR# 325, KM# 972, Neum# 270, Schön DM# 61, Schr# 1614-1619, N# 163265

1 Gröschel - Frederick II (Gold Pattern)
1756
Munten › Ontwerp
Goud • 1,01 g
Olding FR# 325, Kluge FrII# 329.7, N# 264853

4 Gute Pfennig - Frederick II
1764-1766
Munten › Standaard circulatiemunt
Biljoen • 1,04 g • ⌀ 18 mm
Olding FR# 280, KM# 323, N# 139351

1 Groschen - Frederick William III
1810-1811
Munten › Standaard circulatiemunt
Koper • 5,31 g • ⌀ 23 mm
AKS# 42, Olding FR# 149, C# 58, KM# D385, N# 29441